Bij Budo Gouweleeuw wordt er al vele jaren jiu jitsu gegeven. Jiu jitsu kan vertaald worden als “zachte kunst”. Het is een Japanse zelfverdedigingskunst en heeft zijn oorsprong bij de samoerai. Vanuit het jiu jitsu zijn diverse andere zelfverdedigingsvormen en –sporten voortgekomen, waaronder aikido en judo.
Over de oorsprong van het jitsu bestaan vele legendes. Het volgende is er een van: Een Japanse geneesheer genaamd Dr. Akiama, maakte lang geleden een rondreis door het grote China. Op deze rondreis zag hij een gevechtskunst en raakte hierdoor betoverd. Dr. Akiama maakte zich deze gevechtskunst meester en na lange tijd kon hij zich daadwerkelijk een meester noemen. Hij begon zich echter wel af te vragen wat hij moest doen als iemand deze technieken op hem toe zou passen. Tot op een koude winterdag het antwoord tot hem kwam. Hij zag hoe de takken van een kerselaar braken onder het gewicht van een lading sneeuw. De veerkrachtige wilg, die even verderop stond, boog zijn takken waardoor de sneeuw eraf gleed. Dit tot zich nemend bedacht Dr. Akiama dat, als je jezelf wilt verdedigen, je geen weerstand moet bieden maar mee moet gaan met de beweging van de tegenstander. Dr. Akiama paste de technieken aan en zijn “Zachte Kunst” was geboren. Deze kunst was uitermate effectief en geen tegenstander kon Dr. Akiama de baas. Vele samurai-strijders gingen bij hem in de leer zodat deze ook zonder wapen konden vechten. Door Dr. Akiama is het jitsu een grote factor geweest in de opleiding van de samurai.
Bij jiu jitsu wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de snelheid en energie van de tegenstander. Ook wordt er gebruik gemaakt van atemi’s. Zoals onze oprichter het altijd omschreef:
Een atemi is een stoot of trap op een plek waar het zeer doet.
Joop Gouweleeuw